Nieuwe stedelijke structuren verbinden beide oevers van Antwerpen met elkaar. 

Locatie 
Antwerpen (BE)

Jaar
2017

Type
Stedenbouw

Programma
va.

Oppervlakte

Status
Prijsvraaginzending

 
 
 
De opgave

De Linkeroever van Antwerpen is nog steeds op zoek naar haar plek in de stad. De prijsvraag is uitgeschreven als denkoefening om verschillende toekomstperspectieven naast elkaar te kunnen leggen.  

Ontwerp

De huidige opzet van de Linkeroever is gebaseerd op modernistische grondbeginsels waarin de stad als fenomeen wordt gesimplificeerd tot een diagrammatische schakeling van losstaande stedelijke functies. Hierbij worden de natuurlijke relaties, hiërarchieën en noodzakelijke ruimtelijke (menselijke) karakteristieken ontkent. Dit ontwerp heeft als doel het onnatuurlijk stedelijk weefsel van vandaag te laten evolueren tot een natuurlijk en dynamisch stedelijk gebied waarin de mens centraal staat. Dit wordt bewerkstelligd door een strategie van verbinden, concentreren en intensiveren. 

Verbinden

Bestaand situatie — Nieuwe situatie

Vandaag: Het functioneren van het huidige stratenpatroon is problematisch voor het ontstaan van levendige publieke ruimten. Allereerst scheiden de vier grote assen (Charles de Costerlaan, Gloriantlaan, Blancefloerlaan en Halewijnlaan) de verschillende wijken meer dan dat ze deze binden. Typerend hierin is dat de twee sterkste assen (Charles de Costerlaan en Blancefloerlaan) voornamelijk gebieden buiten de Linkeroever in de oost-westelijke richting verbinden, terwijl de Linkeroever zich voornamelijk uitstrekt in de noord-zuidelijke richting. Hiernaast is het nadelig dat de belangrijke doorgaande straten van de Linkeroever niet overeenkomen met de belangrijke publieke ruimten. Dit is een typisch modernistische kwaal waarbij het publieke ‘leven’ en het publieke ‘gebruik’ van elkaar worden gescheiden, terwijl deze elkaar juist kunnen versterken. Als laatste zijn de straatprofielen niet conform het gebruik. Ze zijn te ruim en het zijn er te veel.  

Voorstel: Het bestaande stratenpatroon wordt herzien en er worden reële verbindingen gelegd met als doel de verschillende delen van de Linkeroever met elkaar én met de Rechteroever te verbinden. Met een reële verbinding wordt bedoeld dat de straten die in feite niks verbinden worden gesupprimeerd (Esmoreitlaan) of een ander statuut krijgen (Augustus Vermeylenlaan) en dat noodzakelijke verbindingen die ontbreken juist worden gelegd. De bestaande ‘olifantenpaadjes’ in het centrale deel van Linkeroever worden opgewaardeerd als diagonale voetgangerszones waarlangs zich publieke functies zullen vestigen. Ook de Gloriantlaan en de Thonetlaan zullen als stedelijk assen worden geaccentueerd. Deze straten verbinden voornamelijk in noord-zuidelijke richting terwijl de Blancefloerlaan (oost-west) juist in belang zal afnemen.       

Er wordt een brugverbinding gemaakt ter hoogte van de Waaslandtunnel (deze blijft bestaan als auto tunnel). Deze voet-, fiets- en trambrug verbindt de Charles de Costerlaan met de Brouwersvliet en zorgt ervoor dat er een nieuwe centrale as ontstaat in Antwerpen. De brug is een ophaalbrug zodat grote boten kunnen blijven passeren. Deze nieuwe centrale as vormt een generator voor stedelijke ontwikkeling op beide oevers en sluit aan op de 21e eeuwse ontwikkelingen van het Eilandje zonder dat de authenticiteit van het centrum in het geding komt. Ten zuiden van het centrum zorgt een voet- en fietsbrug voor balans in de relatie tussen beide oevers. Hierdoor wordt het ‘culturele’ Zuid verbonden aan de Linkeroever en opent het Zuid zich naar de Schelde. De brug heeft een omhoog glooiende vorm waarbij het middelpunt hoog genoeg ligt voor grote schepen om te passeren. Hier zal een uitkijkplateau over de Schelde en de stad een attractie vormen. De toegang tot de centrale voetgangerstunnel zal een prominentere rol krijgen waardoor een transport-hub ontstaat waar de pre-metro, het busnetwerk en de voetgangerstunnel/ Rechteroever elkaar ontmoeten. 

 

Concentreren

Bestaande situatie — nieuwe situatie

Vandaag: De Linkeroever kent naar modernistisch voorbeeld een opzet die gebaseerd is op een evenredig verdeeld veld van gelijkenis met in het ideale geval overal een beetje van alle kwaliteiten. Dit vertrouwen in een democratische evenredigheid en een zekere angst voor het verheffen van één plek boven het andere, leidt tot een niet inspirerend stedelijk weefsel met een gebrek aan centraliteit. Hierdoor wordt bijvoorbeeld de Schelde als belangrijkste stedelijke ruimte nagenoeg ontkent en ontbreekt het aan een centraal publiek plein of park.   

Voorstel: De nieuwe verbindingen creëren, door hun natuurlijke betekenis in de stad, lijnen en knooppunten met een verhoogde intensiteit. De stedelijke densiteit volgt deze ontwikkeling waardoor zich hier programma’s en centrumfuncties zullen vestigen. Aan de Charles de Costerlaan zullen zich naast wonen ook kantoren en school- en universiteitsgebouwen kunnen vestigen (het deel tussen de Schelde en de ingang van de tunnel is autoluw en uitermate geschikt als campus). De diagonalen en de Gloriantlaan worden verlevendigd door commerciële en sociale functies aangezien dit de belangrijkste routes zullen zijn op Linkeroever zelf. De Thonetlaan vormt een promenade met zicht op de Schelde met horeca en ontspanning. Hiernaast worden op specifieke plaatsen accentfuncties voorzien die als katalysator dienen. Deze bevinden zich steeds op belangrijke knooppunten en zullen belang hebben voor de gehele stad. 

De groene parken zullen beter worden geïntegreerd in de stad. Hiertoe krijgen het sint-Annabos en het park Middenvijver duidelijk gedefinieerde randen en entrees waardoor de relatie tussen deze parken en Linkeroever wordt versterkt. Het park aan de Schelde wordt zodanig heringedeeld dat de vele private functies die vandaag de Thonetlaan van de Schelde scheiden (restaurants, haven, scouting) zullen worden herorganiseert waardoor een continu en open promenadepark ontstaat met zicht op de Schelde. De straten van de Linkeroever zullen zich openen naar dit park, met als belangrijkste de beide bruggen en het plein aan het uiteinde van de diagonaal rondom de voetgangerstunnel (Frederik van Eedenplein). Dit ruime plein wordt een centraal evenementenplein in de Schelde dat een dialoog aangaat met de Rechteroever.  

 

Intensiveren

Bestaande situatie — nieuwe situatie

Vandaag: De Linkeroever wordt grotendeels gekenmerkt door grootschalige en onduidelijk gedefinieerde publieke ruimten waar weinig woningen en functies zich aan ontsluiten. Hiernaast worden de verschillende functies van elkaar gescheiden door zogenaamde ‘bufferzones’. Dit zijn groene perkjes, bosjes en grasstroken die de publieke ruimten op Linkeroever onnodig verruimen. Dit alles leidt tot te veel ruimte waarin gevoelsmatig te weinig gebeurt. 

Morgen: De publieke ruimten worden geïntensiveerd. Aan de ene zijde komt dit door de genoemde concentratie van programma op bepaalde straten en pleinen, maar anderzijds wordt dit bereikt door de publieke ruimten te vernauwen. Met Jan Gehl in het achterhoofd die stelt “make sure there is never quite enough space”, waardoor een ruimtedruk ontstaat die een belang van deze publieke ruimte suggereert. Het is dit gevoel van een betekenisvolle ruimte dat momenteel op de Linkeroever ontbreekt. 

Deze vernauwing focust zich voornamelijk op het wegnemen van de ‘bufferzones’ en het intensiveren en verdichten van de straten en pleinen waardoor intieme publieke ruimten ontstaan. Deze intensivering zal voornamelijk plaatsvinden in de ‘modernistische’ zone aan weerszijde van de Charles de Costerlaan, vanwege de centraliteit van deze zone en de potentie die het open moderne weefsel heeft. Bij deze verdichting zal zo veel mogelijk van het bestaande bouwvolume worden geïntegreerd in een nieuwe situatie waarbij steeds gevoelig moet worden omgesprongen met zichten, privacy en bezonning in relatie tot het bestaande.